3de jaar
Ingesproken ppt's
leven in de eerste middeleeuwen
In de eerste ME (500-1000) woonden de mensen in onze streken op het land van de heer. Die bezat de grond waarop zijn horigen mochten wonen en werken. Voor wat hoort wat: de horigen moesten delen van hun oogst etc. afstaan. Ze "hoorden bij de grond". Met de grond die ze hadden, kon moeilijk tarwe gekweekt worden, wit brood was dus enkel voor de rijken of voor de kerk (hosties). Rogge groeide wel goed maar het brood daarvan was taai en donkerbruin. Als het enige tijd oud was, was het onmenselijk hard. Om het toch te kunnen eten, dopten ze het brood in een soort melk om het zachter te maken. Pap was een gegeerd alternatief.
Als de oogst mislukte, stierven er vaak hele dorpen aan hongersnood. Ze trokken naar het bos om knollen en wortels te halen zodat ze soms tóch konden overleven.
Je kon duidelijk het huis van de heer onderscheiden van die van zijn horigen. Rond de heer zijn woning liep een grachtje, het was deels van steen (denk aan: "steenrijk"), het was groter, had een houten palissade en een "schoorsteen".
leven in het Byzantijnse rijk
Het ORR of Byzantijnse rijk bleef bestaan tot 1453. Keizer Justinianus heroverde in de 6de eeuw delen van het voormalige WRR. Het rijk geheel te herstellen lukte hem echter niet. In de eeuwen die volgden, verschrompelde het Byzantijnse rijk steeds verder.
De Byzantijnse keizer bestuurde zijn rijk zoals de Romeinse keizers uit de klassieke oudheid. Hij stond zowel aan het hoofd v.d. staat als van de kerk. Hoe hij bestuurde steunde op het Romeinse recht. Justinianus liet de Romeinse wetten verzamelen in 1wetboek, de Codex Justinianus.
De keizer beweerde zijn gezag te halen bij de christelijke god maar toch liet hij zich door zijn onderdanen vereren zoals de heidense keizers die hem voorgingen. Hij liet kerken bouwen en gaf opdrachten voor schitterende religieuze kunstwerken ter steun van het christendom. De Byzantijnse cultuur is een mengcultuur. Kunst en architectuur was geïnspireerd door antiek Rome. Ze voegden echter wel christelijke en Griekse invloeden toe.
bv. Aya Sophia : koepel = Romeins; meer licht, "ramen" = Byzantijns
de val van het West-Romeinse rijk (476)
De val van het West-Romeinse rijk: het einde van de klassieke oudheid en het begin van de middeleeuwen. Om te beginnen hebben we het over het West-Romeinse rijk. Die benoeming maakt duidelijk dat het grote Romeinse rijk tegen die tijd in 2 delen was verdeeld: Oost en West (395). Deze splitsing gebeurde onder leiding van toenmalig keizer Theodosius die ook het Christendom als staatsreligie maakte. Vóór Theodosius stond keizer Constantijn aan de macht. Hij zag in dat zo een groot rijk moeilijk was om te besturen vanuit Rome (stad). Hij legde het zwaartepunt van het rijk op de Griekse stad Byzantion (huidige Istanbul) die hij naar hem Constantinopel genoemd had (330). Deze stad was gekozen omdat het aan de doorgang naar de Zwarte Zee lag; zo was er onder andere controle op de handel.
In het Oost-Romeinse rijk was het eerder veilig, rustig en het had een gezonde economie in tegenstelling tot het West-Romeinse dat stillaan aan het ondergaan was. Die ondergang had 2 grote oorzaken: een politieke oorzaak en een economische oorzaak.
Politiek: Het verdedigen van de grenzen werd een probleem. Germaanse stammen drongen het rijk in via de toen bevroren rivieren die als natuurlijke grenzen dienden (Donau en Rijn). Ze immigreerden naar het Romeinse rijk vanwege het slechte klimaat in Germanië. Rome was aantrekkelijk vanwege het goede, mediterrane klimaat, om meer macht te hebben, ... Ze deden dat niet op een vriendelijke manier maar ze vermoordden volkeren en plunderden hun bezittingen. Er was ook onrust door de Hunnen die uit Azië kwamen. Nadat de Germaanse stammen in de 5de eeuw het WRR onder de voet hadden gelopen, had de keizer geen gezag meer en werd de laatste afgezet in 476.
Economisch: In de bloeitijd van het Romeinse rijk wouden heel veel mensen naar de stad verhuizen. Er was daar een bloeiende handel en het was er veilig vanwege de sterke grenzen. Na de bloeiperiode gingen niet alleen de elite (met latifundia) en Germaanse stammen op het platteland wonen, iedereen trok ernaartoe. Men maakte op het platteland voornamelijk zelf brood en andere goederen. Er was dus geen of weinig nood meer aan handel. Zo verdween de handel langzamerhand.
Op die manier viel het West-Romeinse rijk in 476, toen zijn laatste keizer werd afgezet. Het Oost-Romeinse rijk, ook het Byzantijnse rijk genoemd, bleef nog voortbestaan tot 1453 (val van ORR door de Arabieren). Daar eindigen de middeleeuwen.
revoluties en samenlevingen
In het begin van onze jaartelling (vanaf de eerste mens) leefde men als voedselverzamelaars-jagers; de nomaden trokken rond en jaagden op wilde dieren, plukten bessen of andere vruchten, maakten dierenhuiden schoon en verwerkten ze tot kledij, ... dan was er de landbouwrevolutie rond 8500v.C.; de nomaden begonnen sedentair te worden (vestigden zich op een vaste plek) en deden aan landbouw. Ze hielden vee en kweekten gewassen. Deze revolutie zou zich voorgedaan hebben in Egypte/Mesopotamië. De overgang van samenlevingen strekt zich over een zeer lange periode, zo zijn er nu nog altijd enkele voedselverzamelaars-jagers stammen in bv. het Amazonewoud. Later kwam ook de industriële revolutie tot stand rond 1750 in Engeland. Dit had te maken met de Engelsman James Watt die de stoommachine uitvond. Men hoefde dus niet meer met de hand wol weven om kleren te maken, dat ging nu automatisch. Men moest overmatig werken in fabrieken, wat heel gevaarlijk kon zijn. De samenleving wordt de industriële samenleving genoemd. De voorlopig laatste revolutie is de post-industriële revolutie (post=na); door de uitvinding van technologie, informatica.
Christoffel Columbus
Voor Christoffel Columbus Amerika ontdekte had men in Europa geen aardappelen, Europeanen aten voornamelijk brood dat ze zelf moesten maken. Als de oogst van het graan mislukte stierf een massa mensen aan honger. Christoffel Columbus reisde in westelijke richting (theorie: de aarde is rond) vanuit Europa met de bedoeling om Indië te ontdekken (specerijen). Toen hij aankwam op Amerika rond 1492, dacht Columbus Indië ontdekt te hebben en noemde de plaatselijke bevolking daar Indianen. In Amerika hadden ze onder andere aardappelen en tabak; Columbus introduceerde deze goederen in Europa. De invoer van aardappelen verminderde de kans op hongersterfte na mislukte graanoogsten en de tabak werd gebruikt als geneesmiddel.
De indeling van de geschiedenis
De indeling van de geschiedenis is een "noodzakelijk kwaad". Noodzakelijk omdat het ordenen van talrijke feiten ons toelaat om structuur aan te brengen in de rijke geschiedenis. Kwaad omdat de indeling ervan kunstmatig is (nagemaakt en bepaald door de mens van vandaag) en dus niet natuurlijk.
We kunnen de historische gebeurtenissen kaderen in de juiste tijd, ruimte en socialiteit.
2de jaar
Gaius Julius Caesar
Gaius Julius Caesar werd in 100v.C geboren in de verarmde patriciërsfamilie van de Julii. Dat kon je onder andere merken door de plaats waar hij geboren werd (de Subura, een wijk tussen de Viminaal en de Esquilijn.) en door het feit dat de exacte datum van zijn geboorte niet met zekerheid kan worden vastgesteld in tegenstelling tot de rijkere patriciërsfamilies. Caesar kreeg een degelijke opleiding door privé-les van de dure Griekse slaven waarvoor zijn moeder het brood uit haar mond spaarde. Zo werd hij een zeer goede redenaar.
Toen Caesar 15 jaar oud was, stierf zijn vader en werd hij pater familias. Op 16-jarige leeftijd trouwde hij met Cornelia Cinna minor wiens vader een naaste aanhanger was van Gaius Marius. Door met haar in het huwlijksbootje te stappen, stond Caesar aan de kant van Marius (de vijand van Sulla in de eerste Romeinse burgeroorlog, 88v.C.). Toen Sulla na 6 jaar uit het Oosten terug naar Rome kwam, riep hij Caesar op het matje en hij eiste dat Caesar van zijn vrouw zou scheiden zodat zijn band met Marius verbroken zou zijn. Caesar hield zo van zijn vrouw dat hij dat weigerde en hij vluchtte. Sulla gaf de opdracht Caesar te doden en zijn hart naar hem toe te brengen maar zoals in het sprookje 'Sneeuwwitje' kreeg hij een varkenshart in de plaats daarvan. Toen Sulla later op natuurlijke wijze stierf, keerde Caesar terug naar Rome. Naast een uitmuntende redenaar was hij ook een zeer moedige soldaat. Hij wou militaire ervaring opdoen en zorgde dus dat hij altijd voorop stond tijdens gevechten.
Op 32-jarige leeftijd (68v.C.) startte Caesars politieke carrière/cursus honorum als quastor. Dit was vrij laat (je kon je verkiesbaar stellen voor quastor vanaf 28jaar) om de simpele reden dat Caesar niet voldoende geld had om bijvoorbeeld burgers om te kopen zodat ze voor hem zouden stemmen.
60v.C : Het eerste triumviraat. Caesar startte samen met Gnaeus Pompeius Magnus en Marcus Licinius Crassus Dives een driemanschap op. Het plan was dat Caesar consul zou worden in 59v.C. en dat zij hem daarbij zouden helpen. Maar voor wat hoort wat uiteraard, hieronder de voordelen die dit bracht voor elk van hen.
Pompeius: Caesar beloofde hem een lapje grond voor ieder van zijn oorlogsveteranen en als bezegeling van het politieke bondgenootschap huwde Caesar ook zijn enige wettige dochter Julia Caesaris aan hem uit.
Crassus: Als consul zou Caesar het leger mogen aanvoeren en Crassus was uit op een goede positie als soldaat zodat hij militaire eer zou kunnen verkrijgen.
Caesar: Als snel werd duidelijk dat Caesar de meeste voordelen had aan het triumviraat. Hij zou consul worden en zo zijn droom om onder andere een eigen leger te leiden waarmaken. Als proconsul zou hij veel geld verdienen wat hij nodig had om verder omhoog te klimmen en om zijn leningen af te betalen.
Waarom deze knappe koppen? Wel, Pompeius werd op dat moment beschouwd als een van de machtigste mannen van Rome mede door zijn overwinning tegen de slavenleider Spartacus en de zeerovers. Crassus was dan weer de rijkste Romein wat zijn agnomen 'Dives' (de rijke) ook weergeeft.
Caesar werd consul in het jaar 59v.C. zoals afgesproken en zijn medeconsul Bibulus die tegen zijn plannen was werd op het forum overgoten met emmers drek als hij zich tegen Caesar verzette. Zo werd het jaar van zijn consulschap ook wel het jaar van Julius en Caesar genoemd. Een jaar later werd Caesar proconsul/gouverneur van Noord-Italië en de Provence. Ondanks het feit dat men slechts 1 jaar gouverneur mocht zijn van een Romeinse provincie, werd er onderling met Pompeius en Crassus afgesproken dat Caesar 5 jaar zou blijven. Hij kreeg Pompeius' leger ter beschikking en veroverde Gallië. Een volk genaamd: de Helvetiërs, wilden door Gallië naar het westen migreren, op zoek naar vruchtbare gronden. Maar Caesar slachtte hen af. Hij roeide bij zijn verovering de meeste plaatselijke volkeren uit. Zo maakte hij ongeveer
1 000 000 doden.
Toch was hij zeer populair bij zijn soldaten. Hij at hetzelfde voedsel, sliep in dezelfde omstandigheden en gaf hen vrij grote delen van de buit. Tijdens zijn tochten schreef hij het boek 'De Bello Gallico' waarin hij de derde persoon enkelvoud gebruikt om minder opschepperig over te komen.
Toen Caesars dochter en Pompeius' vrouw Julia stierf bij de geboorte van haar dochter, eiste Pompeius dat Caesar zoals eerder afgesproken zou terugkeren naar Rome maar Caesar trok zich niets aan van hem en bleef nog enige tijd in Gallië. Crassus overleed in 53v.C. na de oorlog tegen de Parthen. Er zou volgens bronnen gesmolten goud in zijn mond gegoten zijn. Er bleven toen nog maar 2 leden van het triumviraat over. Uiteindelijk kwam Caesar na maar liefst 9 jaar schaamteloos terug naar Rome. Hij stak de Rubicon over (49v.C.) en hoewel geen enkel Romeins leger toegestaan was om dat te doen, volgde ook zijn hele leger druppelsgewijs na hun legeraanvoerder. Pompeius en de senatoren begonnen een tweede burgeroorlog tegen Caesar. Wonder boven wonder won Caesar deze slag bij Pharsalus (Griekenland, 48v.C.) van Pompeius' veel grotere leger. Pompeius zelf vluchtte naar Egypte waar hij bij zijn aankomst werd onthoofd door de Egyptenaren die dachten zo in gunst te komen staan bij Caesar. Een tijdje later kwam Caesar Pompeius achterna om hem te spreken. Hij ontving een doos waarin Pompeius' hoofd zat.
Hij bleef even in Egypte en ontmoette Cleopatra op een nogal bijzondere wijze. Ze werd zijn minnares en kreeg een onofficieel zoontje Caesarion van hem. Toen Caesar terug naar Rome trok, gedroeg hij zich verbazend braaf. Hij was de enige machthebber en stelde zichzelf aan tot dictator. Eerst kort, dan voor 10 jaar, dan voor het leven. Caesar beloonde zijn soldaten met geld en gronden en plunderde de schatkist van de republiek om zijn verdere oorlogen te financieren. Hij kreeg een triomftocht waarin ook de jarenlang opgesloten Vercingetorix gedood werd. Caesar was toen rond de 54 jaar oud.
Meer dan 60 senatoren met heimwee naar de republiek beraamden een samenzwering. Op 15 maart (de Idus van maart) 44v.C. vermoordden ze Caesar. Er werd verteld dat zijn vrouw de nacht ervoor gedroomd had dat haar man toen zou sterven maar Caesar negeerde de waarschuwing.

Het einde van de republiek/tweede triumviraat
Na de dood van Caesar werd de vraag gesteld of de republiek opnieuw zou worden hersteld. Voorstanders daarvan waren Brutus, Cicero en de senatoren. De tegenstanders van de republiek waren Caesars adoptiezoon Octavianus, zijn rechterhand en trouwe vriend Marcus Antonius en Lepidus die hier een kleinere rol speelde. Zij vormden samen het tweede triumviraat (43v.C.). Toen Octavianus (voorheen Octavius genoemd) 18 jaar oud was, stierf zijn adoptievader en kreeg hij een gigantische erfenis. Marcus Antonius kreeg tot zijn eigen verbazing niets ondanks de diensten die hij aan Caesar verleende. Octavianus kwam Caesars belofte na en gaf het volk hun geld. Ook in deze situatie werd gebruik gemaakt van proscriptielijsten. Deze zetten het volk tegen elkaar op want wie iemand vermoorde wiens naam op de lijsten stond, kreeg al zijn bezittingen en kwam er ongestraft mee weg. Zo schoof het drietal de dood van de republiek voorstanders in anderen hun schoenen. ze verdeelden het grote Romeinse rijk in 3 delen en bestuurden samen Rome. Na Caesar verleidde Cleopatra ook Marcus Antonius. Hij was helemaal in de ban van haar en lette niet meer op het leiden van zijn deel. Hij nam haar mee naar Rome en zij mocht mee regeren met hem. Na het zwartmaken van de 2 geliefden ging Octavianus de strijd aan met Marcus Antonius in de derde burgeroorlog / slag bij Actium (2 september 31v.C.). Octavianus won omdat Marcus verzwakt was door Cleopatra. Egypte werd toen officieel deel van het Romeinse grootrijk. Marcus Antonius pleegde zelfmoord door Cleopatra en zou in haar armen gestorven zijn. Cleopatra wist van geen ophouden en probeerde ook Octavianus te verleiden maar die trapte daar niet in. Cleopatra wist dat haar spelletje uit was en liet een giftige slang (adder) in haar borst bijten en maakte zo een einde aan haar leven. Octavianus werd de enige machtige man in Rome en werd vleiend 'Augustus'(de verhevene) genoemd. Meer over Augustus onder de aparte titel 'Octavius/Octavianus/Augustus'.
Octavius/Octavianus/Augustus
In het jaar 63v.C. werd Gaius Octavius (Thurinus) geboren. Zijn oudoom Caesar adopteerde deze zwakke maar verstandige jongen mede omdat hij zelf geen wettige zoon had. Octavius werd toen Octavianus (geadopteerde kinderen kregen een naam die eindigde op '-anus'). In de grote chaos na de moord op Caesar werd Octavianus de nieuwe sterke man van Rome (zie ook 'tweede triumviraat'). Hij schakelde alle tegenstanders uit en bracht opnieuw vrede/Pax Romana. In 27v.C. schonk de Senaat hem de titel 'princeps' wat letterlijk 'de eerste burger' betekent. Hij werd vaak consul of stelde zijn vertrouwelingen aan, hij benoemde en ontsloeg ook senatoren. Octavianus stelde zelf wetten op voor de Volksvergadering en was ook opperrechter. De Senaat noemde hem vleiend 'Augustus', 'de Verhevene'. Dat was allemaal nog niet genoeg, hij was ook imperator, opperbevelhebber van alle legioenen in het rijk en zo werd het verboden om een privé-leger op te richten. Augustus richtte de Praetoriaanse Wacht op, 5000 elitesoldaten die hem in Rome beschermden. Daar bovenop was hij opperpriester/pontifex maximus. Zo leidde hij religieuze plechtigheden, bepaalde de kalenden en hield toezicht op alle voorspellingen. Toen hij regeerde, was de bestuursvorm van Rome eigenlijk een keizerschap maar dan onder het mom van de oude republiek. Het systeem van cursus honorum, senatoren, Volksvergadering … bleef bestaan alleen hadden ze geen of weinig macht in handen en stond het hele rijk onder gezag van 'keizer Augustus'. Na zijn dood werd Augustus vergoddelijkt, zoals later bij alle keizers gedaan werd. Hij stierf in het jaar 14n.C. toen zijn vrouw Livia hem vergiftigd zou hebben zodat haar zoon Tiberius de macht kon overnemen.

De stichting van Rome (mythe van Romulus en Remus)
Ten tijde van keizer Augustus (27v.C.-14n.C.) werd door Titus Livius en Vergilius een mythe geschreven over de stichting van Rome. Ze vonden de werkelijke stichting nogal triestig en verzonnen dus een leuk verhaal. Ze kozen ervoor om te doen blijken dat Rome ongeveer gelijk met Griekenland is gesticht omdat vele mensen zeiden dat de Romeinen veel van de Griekse cultuur afgekeken hebben (zuilen, beeldhouwwerk, …). hieronder zal ik het hele verhaal volgens het werkboek 'Memoria 2' uittypen.
deel 1:
10 jaar had de oorlog om Troje geduurd. Maar na de list met het paard drongen de Griekse krijgers massaal de stad binnen en richtten er een bloedbad aan. De stad brandde af en geen van de Trojaanse helden ontsnapte aan de dood. Of toch, één: Aeneas. De goden hadden het zo gepland, want deze nakomeling van de Trojaanse koningen was voorbestemd om ver van Troje een nieuwe, roemrijke stad te doen verrijzen. Aeneas was geen gewoon mensenkind. Zijn vader had hem verwekt bij Venus, de godin van de liefde, die de Grieken Aphrodite noemen. Omdat hij later pochte over zijn affaire met de godin, werd hij door de goden gestraft: een bliksemschicht verlamde zijn benen voorgoed. Daarom moest Aeneas, vele jaren later, bij de vlucht uit et brandende Troje, zijn vader dragen. En aan zijn hand liep zijn eigen zoontje, Julus, nog klein, maar al deel van het grote plan. Het werd een lange zwerftocht over de verraderlijke zee. Niet alle goden waren Aeneas gunstig gezind. Maar zijn moeder Venus waakte over hem. Toen Aeneas in Carthago halsoverkop verliefd werd op koningin Dido, liep het bijna mis. Zijn moeder kon hem nog op het nippertje dwingen om aan de liefde te weerstaan en verder te trekken om zijn missie te volbrengen. Na alweer een lange zwerftocht spoelden de Trojanen aan op het strand van Latium, vlakbij de Tiber. Aeneas herkende de plek die hem in een visioen was voorspeld: een zeug met 30 biggen zou hen verwelkomen. En warempel, dit was de plek waar de geschiedenis een nieuwe start moest nemen. De plaatselijke koning Latinus verwelkomde het gezelschap. Ook hij was door de goden getipt: als hij zijn dochter Lavinia zou uithuwelijken aan een held die aanspoelde op de kust, zou hij mee aan de wieg staan van een gezegend geslacht. En zo geschiedde: Lavinia trouwde met Aeneas' zoon Julus en het jonge koppel stichtte een nieuwe stad, Alba Longa. Ze leefden er nog lang en gelukkig …
deel 2:
Vele eeuwen later zat koning Numitor, een nakomeling van Julus en Livinia, op de troon van Alba Longa. Maar zijn jaloerse broer Amulius kon niet verkroppen dat Numitor met alle eer ging lopen. Hij liet de koning opsluiten in een kerker en om te verhinderen dat er ooit nog zonen of kleinzonen van zijn broer de troon zouden opeisen, liet hij de zonen van zijn broer vermoorden. Numitors dochter, Rea Silvia, werd priesteres in het huis van de Vestaalse maagden. Meisjes leefden er 30 jaar lang in kuisheid, zonder man in de buurt. Amulius waande zich veilig en wel op zijn gestolen troon. Maar dat was buiten de god Mars gerekend. Op een dag dook die op in de tuin v.d. Vestaalse maagden en verleidde (verkrachtte) er Rea Silvia. 9 maanden later beviel die van een tweeling: Romulus en Remus. Toen koning Amulius dit hoorde, werd hij razend. Hij stuurde er meteen een soldaat op uit om de tweeling uit het tempelhuis te roven en te verdrinken. Maar de soldaat kreeg het niet over zijn hart om de baby's te versmoren. Hij legde ze voorzichtig in een mandje en liet dat op de Tiber met de stroom meedrijven … Wat hij niet zag, was dat er verder stroomafwaarts het mandje aan de oever in het riet bleef steken. Toen de borelingen honger kregen, zetten ze hun keel open. Een wolvin die in de buurt rondsloop, hoorde het babygekrijs. Haar moederhart brak, ze liep op het mandje toe en haalde de kindjes aan land. Ze zoogde ze dagenlang, zodat ze aan de hongedood ontsnapten. Op een dag werden de zuigelingen, gezond en wel, gevonden door een herder die met zijn schapen passeerde. Die nam hen mee naar zijn schamele hut. Hij en zijn vrouw ontfermden zich over de tweeling. Zo groeiden Romulus en Remus op tot 2 volwassen kerels. Toen ze te horen kregen hoe ze als vondeling aan de Tiber waren aangetroffen net toen er in Alba Longa een koningstweeling was verdwenen, knoopten ze de eindjes van de verhalen aan elkaar. Zo kwamen ze hun echte oorsprong te weten. Ze trokken naar Alba Longa en stootten Amulius van de troon. Ze spoorden hun grootvader Numitor op, bevrijdden hem uit de kerker en installeerden hem opnieuw als rechtmatige koning. Zelf besloten ze wat verder in de streek een nieuwe stad te stichten.
deel 3:
Waar moest die stad precies komen? Dat ze best op een heuvel dicht bij de rivier gebouwd kon worden, daar waren beide broers het over eens. Maar welke heuvel? Remus vond de Aventijn het meeste geschikt, Romulus hield het bij de Palatijn. Omdat ze er niet uit kwamen, besloten ze de goden te raadplegen. Die zouden hun keuze kenbaar maken door een vlucht vogels over de geschikte plek te laten vliegen. Elk stond op zijn heuvel op uitkijk en al gauw zag Remus zes gieren over de Aventijn door de lucht zweven. Juichend stormde hij de heuvel af om zijn broer zijn overwinning te melden, maar die had er helemaal geen oren naar. Hij had immers zonet twaalf gieren zien overvliegen en die kwamen nog wel uit een gunstiger richting. Het moest en zou de Palatijn worden. En dus startte Romulus de voorbereidingen voor de plechtige stichting. Op 21 april 753 v.C. verzamelde hij alle mannen die hem gevolgd waren boven op de heuvel. Ze brachten er offers aan de goden en Romulus spande een witte os en een witte koe voor de ploeg. Daarmee trok hij rond zijn toekomstige stad een voor, daar waar de stadsmuur zou komen. Niemand zou ooit straffeloos deze stadsgrens oversteken, tenzij langs de gewijde stadspoort. Remus, die nog altijd wrokkig was over het vogelincident, treiterde zijn broer en sprong gezwind over en weer over de pas getrokken voor. Hij spotte luidkeels dat de heilige grens niets voorstelde ... Romulus ontstak daarop in woede, greep een spade en sloeg zijn broer de schedel in. Zo werd de glorierijke dag van de stichting van de stad ook de tragische dag van de broedermoord. De stad werd, naar haar stichter, Rome genoemd. Remus verdween al gauw uit de herinneringen.
Reactie plaatsen
Reacties